In de Purmerpolder rukt de woningbouw op ten koste van het boerenland. Veehouders Lieneke en Peter vrezen dat ook de Beemster die kant op gaat nu de gemeentes Purmerend en de Beemster gaan fuseren.
De schapen van Peter Konijn en Lieneke Bark grazen vandaag op het ‘Hoge land’ tussen de Noorddijk bij Beets en de Nekkerweg. Het gras oogt hier ondanks de aanhoudende droogte verrassend groen. Dat komt doordat de bodem hier nog uit veen bestaat, vertelt Peter, en niet uit klei zoals in de rest van de Beemster. Daardoor staat het grondwater hier verhoudingsgewijs altijd net even hoger. Voor sommige schapen is het de laatste keer dat zij door het malse groen slenteren, want vandaag is de dag des oordeels: met een blauwe stift markeert Peter de schapen op hun rug: een blauwe streep betekent leven, een blauw rondje de dood. De selectie gebeurt aan de hand van de administratie-op-oornummer en een fysieke check ter plaatse: de minst gezonde dieren – waaronder bijna tandenloze ‘proppenkauwers’ – en veel van de rammen gaan naar de slager. De kudde wordt zo – en door verkoop – ieder jaar weer teruggebracht van zo’n 200 naar 140 dieren. Schapen houden – “zuivere Texelse!”- kost veel tijd en energie, verzucht het echtpaar, maar ze hebben het er voor over. Vooral Lieneke: “Ik hou echt van schapen, die liefde heb ik van mijn grootvader geërfd.”
De Purmer gaat er an!
De blauwe stift is even aan de kant gelegd. Peter en Lienke maken met alle plezier tijd voor een gesprekje als ik tijdens een wandeling op hen afstap. Het echtpaar runt samen, naast die schapen, een middelgrote melkveehouderij met circa 50 ha (eigen) grasland en 125 Fries Hollandse runderen, die ze zelf fokken. Dit ras geeft weliswaar iets minder melk dan een pure melkkoe, maar ze hebben meer vlees op de botten. Het zijn ‘dubbeldoel-koeien’ zoals dat onder boeren heet.
Ik vraag hen hoe zij denken over de aanstaande fusie, volgend jaar, van de gemeente Beemster met de gemeente Purmerend. Lieneke: “Dat baart mij wel zorgen, want de vraag is of de agrarische belangen overeind blijven. In Purmerend staan ze daar toch verder vanaf.” Peter haakt in: “Kijk maar naar De Purmer. Dat was ooit agrarisch gebied, maar de Purmer gaat d’r an! De grond daar is allemaal opgekocht door projectontwikkelaars” Lieneke: “Dat zie je ook gebeuren bij de randen van Amsterdam: boeren hebben lang geleden delen van hun grond verkocht aan projectontwikkelaars en nu gaat Amsterdam daar uitbreiden.”
Trotse Beemsterlingen
Peter en Lieneke piekeren er niet over om hun land te verkopen, of om weg te gaan uit de Beemster. Beiden zijn hier geboren en getogen. Lienke haar wieg staat in boerderij Arenberg (gebouwd in 1800) aan de Oosthuizerweg en ze heeft die plek nooit meer verlaten; ze woont daar nu met haar haar gezin. Beiden voelen zich van top tot teen Beemsterling en ze zijn daarnaast trots op de Beemster als Werelderfgoed. Lieneke: “De meeste boeren zijn tégen die status, want die kan het moeilijk maken om bijvoorbeeld je bedrijf uit te breiden, maar het geeft ook kansen.” Zelf hebben ze niet direct baat bij de naamsbekendheid van ‘de Beemster’, maar zij leveren wel melk aan kaasfabriek Cono en die maakt Beemsterkaas die de hele wereld over gaat. Dat alles ingepakt in een mooi verhaal over ambachtelijkheid en over ‘koeien die lopen op de oude zeebodem’. En zo is het.