Méters onder zeeniveau leven. Je zou bijna vergeten hoe bijzonder dat is. Totdat je meeloopt met de voorjaarsinspectie van de Beemster dijken. En stilstaat bij het feit dat de polder nog altijd zinkt en dankzij twee stevige kerels niet verdrinkt.
“Sinds de dijkdoorbraak in Wilnis in 2003 is de manier waarop waterschappen dijken bewaken in een stroomversnelling geraakt”, vertelt Sjaak Koning, gebiedsbeheerder bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). “Alles wordt gemeten en vastgelegd, we maken steeds meer gebruik van data-analyses, van satellieten, van peilbuizen en van detectoren en drones die grondverschuivingen signaleren.” Al die ontwikkelingen ten spijt inspecteert het waterschap de dijken ook nog steeds te voet. Ieder voorjaar lopen Sjaak en zijn collega’s alle regionale dijken in hun werkgebied na. Een wandeling van zo’n 1400 kilometer.
Op inspectie
Begin april loop ik een stukje mee met de voorjaarsinspectie van de dijken in de Beemster, een traject van 38 kilometer. De Beemster is het werkgebied van Sjaak en hij is hier bijna dagelijks op pad. Zijn takenpakket is veelomvattend. Hij ziet onder andere toe op het praktisch beheer van de circa vijftig verschillende waterpeilen; hij gaat over de vergunningen met betrekking tot dammen, beschoeiingen, waterlopen en bouwwerken; hij ijkt en controleert de werking van de gemalen; en hij is het aanspreekpunt voor “de ingelanden”, uitstervend waterschaps jargon voor de inwoners van een polder.
Ik ontmoet Sjaak en zijn collega Frank Braspenning aan de Beemster zijde van de Beemsterringvaart, ter hoogte van Oudendijk. Gewapend met een Ipad en stalen prikstokken lopen de twee mannen kris kras over de dijk. Op enkele natte plekken onderaan de dijk gaat de prikstok moeiteloos volledig de grond in; alsof je op een moeras staat. Er is echter weinig aan de hand, stelt Sjaak gerust. De dijk is hier vorig jaar aan de onderkant verstevigd met een laag ingedroogde bagger. Bij deze natte plekken is de nieuwe grond nog onvoldoende gezet waardoor het zogenoemde kwelwater hier nog flink door de dijk heen sijpelt. Even los van serieuze schadeplekken: water dat onder en door de dijk en via het grondwater terug de polder instroomt, hoort er bij. Dat gaat om zo’n 36 duizend m3 kwelwater per jaar.
Distelverordening
De mannen lopen verder en controleren de afrastering, de kwaliteit van de oever en van de rietkraag, enzovoorts. Sjaak noteert in zijn Ipad de locatie, de aard en de urgentie van alle relevante bevindingen. Collega’s op kantoor verwerken die informatie en plannen zo nodig onderhouds- of herstelwerkzaamheden in.
Grote delen van de dijk zijn verpacht aan boeren die daar hun schapen laten grazen. Deze pachters moeten zelf het klein onderhoud aan de dijk uitvoeren, zoals het bestrijden van mollen of het repareren van beschadigd hekwerk en van kale plekken in het gras. Kale plekken in het gras? Sjaak: “Daar kan onkruid gaan groeien. Veel boeren zijn daar scherp op want onkruid kan verwaaien naar hun landerijen. In de Beemster geldt daarom zelfs een distelverordening.” Die verordening gebiedt grondeigenaren en pachters om de grond te zuiveren van bepaalde planten, waaronder alle soorten distels.
Dijken tot twee meter hoger dan vereist
Kijkend naar de overzijde van de ringvaart valt op dat de dijk daar – aan de zijde van gemeente Koggenland – zeker een meter lager ligt. Sjaak licht toe: “We staan hier op een oude zeedijk die, net als de andere dijken van de Beemster, vroeger is aangelegd als bescherming tegen de Zuiderzee. Om die reden zijn deze dijken hoger dan de andere, later aangelegde, regionale dijken in ons gebied.” De Beemster dijken zijn op sommige plaatsen zelfs 30 tot 210 centimeter hoger dan vandaag de dag wettelijk is vereist. Die overhoogte was in 1916 een geluk bij een ongeluk: de Beemster bleef toen droog terwijl grote delen van Noord Holland – waaronder Purmerend – onder water liepen als gevolg van de dijkdoorbraak bij Andijk.
De oude zeedijk heeft nog een bijzonderheid. Sjaak: “Deze dijk is geheel gemaakt van klei en niet, zoals de meeste regionale dijken, van zand met een laag klei. Hij is daardoor relatief sterk. Om die reden – én vanwege het historisch aanzicht – is dit een van de weinige dijken waarop bomen mogen staan.”
Een dijk van klei droogt ook niet snel uit. Dat is een voordeel nu de kans op langdurige droogtes toeneemt als gevolg van de klimaatverandering. Dijken die deels uit zand bestaan moeten bij langdurige droogte namelijk nat gehouden worden om scheuren te voorkomen.
Het land zakt, de zeespiegel stijgt
Als je vanaf de dijk de Beemsterpolder inkijkt, liggen de weilanden en de akkers drie tot vijf meter in de diepte, beduidend dieper dan het land aan de andere (Koggenlandse) zijde van de ringvaart. Die diepte laat zich deels verklaren door het feit dat de Beemster vroeger een meer was. De andere verklaring is dat de bodem hier sinds de drooglegging in 1612 nog eens 1,5 meter is gezakt door inklinking. (In de komende eeuwen komt daar nog eens een halve meter bij). Tel de actuele bodemdaling en de zeespiegelstijging bij elkaar op en je weet hoeveel meter onder zeeniveau de Beemsterlingen wonen en werken. Of kijk hiervoor op www.ahn.nl.
Sjaak: “De meeste burgers beseffen niet dat het waterschap dag en nacht bezig is met het beheren van dijken en van de grondwaterstand. Boeren zijn zich daar natuurlijk wel van bewust. Het grondwaterpeil is voor hun bedrijf van levensbelang.”
Pompen of verzuipen
Het hoogheemraadschap gaat uit van een gemiddelde neerslag van 55 miljoen m3 (700 mm) per jaar. Het grootste deel daarvan verdampt weer, maar dan nog blijft er jaarlijks 18 miljoen m3 regenwater achter in de Beemster. Om droge voeten te houden moet dat worden weggepompt, samen met het kwelwater. Tegelijkertijd wordt er op jaarbasis gemiddeld 7 miljoen m3 water ingelaten om het grondwater van de landerijen in tijden van droogte op peil te houden.
Alles bij elkaar gaat het om 25 miljoen m3 water dat naar – en soms dus uit – de Beemsterringvaart en de Schermerboezem wordt gepompt. Dat staat gelijk aan 50 Amsterdam Arenas vol met water. Die reuzetaak is toebedeeld aan Wouter Sluis en Jacobus Bouman, twee gemalen die samen gemiddeld 47 duizend liter water per minuut weg pompen. Hoe bijzonder is dat!